Hoe berekent u rendement op beleggen?

Hoe berekent u het rendement op beleggen en wat levert het u eigenlijk op? Dat is de vraag die veel (beginnende) beleggers zich stellen. U wilt uw geld namelijk wel beleggen met als doel dat dit later meer geld (rendement) oplevert. 

Er zijn beleggers die bij de beleggingskeuze vooral kijken naar het voorgespiegelde rendement. Het is niettemin belangrijk altijd naar de risico’s én de kosten te kijken. We nemen u mee met een aantal voorbeelden om dit te verduidelijken.

Bruto- of nettorendement?

Het is belangrijk onderscheid te maken tussen bruto- en nettorendement.

Een bruto rendement is het rendement voordat de kosten eraf zijn. Bij een nettorendement zijn de kosten wél van de opbrengst afgetrokken. Dit kan een aanzienlijk verschil uitmaken.

Het nettorendement bepaalt hoeveel geld u uiteindelijk overhoudt. Heeft u na twee jaar beleggen een bruto rendement van 6% met 2% aan kosten? Dan is uw nettorendement 4%. Bij deze voorbeelden houden we geen rekening met belasting en inflatie (geldontwaarding).

Elke euro die u aan kosten betaalt gaat dus van het bruto rendement af. Dit maakt het moeilijker om uw gewenste beleggingsdoel te behalen. Ook is die euro niet meer beschikbaar om in de toekomst rendement mee te behalen.

Bij beleggen heeft u vaak te maken met eenmalige en doorlopende kosten. Eén procentpunt (1%) hogere doorlopende kosten lijkt misschien niet veel. Maar als dit gedurende langere tijd jaarlijks op uw rendement wordt ingehouden, kan dat na verloop van tijd toch flink in de papieren lopen. 

Beleggingsdoel: extra pensioen of tweede huis

In ons eerste voorbeeld gaan wij ervan uit dat u nu 30 jaar bent en eerder (op 60-jarige leeftijd) wilt stoppen met werken of dan een tweede huis wilt kopen. Uw beleggingshorizon is dan 30 jaar.

U denkt 300.000 euro nodig te hebben om 8 jaar vroegpensioen te overbruggen (37.500 euro / jaar) of dat tweede huis te kopen. 

We gaan dan uit van een startkapitaal van 20.000 euro. 

Wanneer u dit voor de helft op een spaarrekening zet tegen 0% rente en voor de andere helft belegt in een fonds tegen 8% rente, maakt u gemiddeld 4% rendement.

U moet dan maandelijks 342 euro, of jaarlijks 4.031 bijleggen om na 30 jaar ruim 300.000 euro vermogen te hebben opgebouwd. Ook kunt u direct 72.496 euro bijleggen om dit resultaat te bereiken. De kracht van deze methodiek is dat u elk volgende jaar weer 4% rendement maakt over dit hogere bedrag. Dit heet rente-op-rente, of samengesteld rendement.

Maar stel nu dat de (beheer)kosten van deze belegging 1% per jaar zijn, dan maakt u maar 3% rendement. U komt dan maar net aan de 250.000 euro.

Beleggingsstrategie

Rekentools zijn handig om – samen met uw adviseur – te bekijken wat een handige beleggingsstrategie is. Stel u heeft nu 100.000 euro over (uit een erfenis) en bent 40 jaar.

De wens is om eerder te stoppen met werken of een tweede huis te kopen op uw 60e jaar.

U wilt ook geld (15.000 euro) achter de hand om een nieuwe auto te kopen. Dit zet u op een ‘veilige’ spaarrekening tegen 0%.

Dan houdt u 85.000 euro over. Daarvan wilt en kunt u 55.000 euro wat offensiever (is risicovoller) beleggen in een aandelen- of vastgoedbeleggingsfonds tegen 6%.

De rest (30.000 euro) belegt u defensief tegen 2% in een minder risicovol obligatiefonds. Ook kunt u elke maand voor beide fondsen 100 euro opzij leggen. Dit levert over 20 jaar respectievelijk het volgende op: 223.184 + 74.318 = 297.402 euro.

Zorgvuldig beleggen via Trustus

De bovengenoemde bedragen kunnen hoger of lager uitvallen. Zorg er daarom voor dat u goed inzicht hebt in de kosten, het risico en het rendement van de (mogelijke) beleggingen.

Hiervoor kunt u een onafhankelijke adviseur in de arm nemen. Zo neemt u een afgewogen beslissing met uw geld. Trustus heeft in de loop der tijd een breed assortiment beleggingsfondsen opgebouwd zodat voor elke individuele belegger met een specifiek rendement/risicoprofiel en beleggingsdoel een goede keuze kan worden gemaakt.

 

Hoe berekent u het rendement op beleggen en wat levert het u eigenlijk op? Dat is de vraag die veel (beginnende) beleggers zich stellen. U wilt uw geld namelijk wel beleggen met als doel dat dit later meer geld (rendement) oplevert. 

Er zijn beleggers die bij de beleggingskeuze vooral kijken naar het voorgespiegelde rendement. Het is niettemin belangrijk altijd naar de risico’s én de kosten te kijken. We nemen u mee met een aantal voorbeelden om dit te verduidelijken.

Bruto- of nettorendement?

Het is belangrijk onderscheid te maken tussen bruto- en nettorendement.

Een bruto rendement is het rendement voordat de kosten eraf zijn. Bij een nettorendement zijn de kosten wél van de opbrengst afgetrokken. Dit kan een aanzienlijk verschil uitmaken.

Het nettorendement bepaalt hoeveel geld u uiteindelijk overhoudt. Heeft u na twee jaar beleggen een bruto rendement van 6% met 2% aan kosten? Dan is uw nettorendement 4%. Bij deze voorbeelden houden we geen rekening met belasting en inflatie (geldontwaarding).

Elke euro die u aan kosten betaalt gaat dus van het bruto rendement af. Dit maakt het moeilijker om uw gewenste beleggingsdoel te behalen. Ook is die euro niet meer beschikbaar om in de toekomst rendement mee te behalen.

Bij beleggen heeft u vaak te maken met eenmalige en doorlopende kosten. Eén procentpunt (1%) hogere doorlopende kosten lijkt misschien niet veel. Maar als dit gedurende langere tijd jaarlijks op uw rendement wordt ingehouden, kan dat na verloop van tijd toch flink in de papieren lopen. 

Beleggingsdoel: extra pensioen of tweede huis

In ons eerste voorbeeld gaan wij ervan uit dat u nu 30 jaar bent en eerder (op 60-jarige leeftijd) wilt stoppen met werken of dan een tweede huis wilt kopen. Uw beleggingshorizon is dan 30 jaar.

U denkt 300.000 euro nodig te hebben om 8 jaar vroegpensioen te overbruggen (37.500 euro / jaar) of dat tweede huis te kopen. 

We gaan dan uit van een startkapitaal van 20.000 euro. 

Wanneer u dit voor de helft op een spaarrekening zet tegen 0% rente en voor de andere helft belegt in een fonds tegen 8% rente, maakt u gemiddeld 4% rendement.

U moet dan maandelijks 342 euro, of jaarlijks 4.031 bijleggen om na 30 jaar ruim 300.000 euro vermogen te hebben opgebouwd. Ook kunt u direct 72.496 euro bijleggen om dit resultaat te bereiken. De kracht van deze methodiek is dat u elk volgende jaar weer 4% rendement maakt over dit hogere bedrag. Dit heet rente-op-rente, of samengesteld rendement.

Maar stel nu dat de (beheer)kosten van deze belegging 1% per jaar zijn, dan maakt u maar 3% rendement. U komt dan maar net aan de 250.000 euro.

Beleggingsstrategie

Rekentools zijn handig om – samen met uw adviseur – te bekijken wat een handige beleggingsstrategie is. Stel u heeft nu 100.000 euro over (uit een erfenis) en bent 40 jaar.

De wens is om eerder te stoppen met werken of een tweede huis te kopen op uw 60e jaar.

U wilt ook geld (15.000 euro) achter de hand om een nieuwe auto te kopen. Dit zet u op een ‘veilige’ spaarrekening tegen 0%.

Dan houdt u 85.000 euro over. Daarvan wilt en kunt u 55.000 euro wat offensiever (is risicovoller) beleggen in een aandelen- of vastgoedbeleggingsfonds tegen 6%.

De rest (30.000 euro) belegt u defensief tegen 2% in een minder risicovol obligatiefonds. Ook kunt u elke maand voor beide fondsen 100 euro opzij leggen. Dit levert over 20 jaar respectievelijk het volgende op: 223.184 + 74.318 = 297.402 euro.

Zorgvuldig beleggen via Trustus

De bovengenoemde bedragen kunnen hoger of lager uitvallen. Zorg er daarom voor dat u goed inzicht hebt in de kosten, het risico en het rendement van de (mogelijke) beleggingen.

Hiervoor kunt u een onafhankelijke adviseur in de arm nemen. Zo neemt u een afgewogen beslissing met uw geld. Trustus heeft in de loop der tijd een breed assortiment beleggingsfondsen opgebouwd zodat voor elke individuele belegger met een specifiek rendement/risicoprofiel en beleggingsdoel een goede keuze kan worden gemaakt.